Woningaanpassingen
Woningaanpassingen worden in de Burap uitgelicht omdat deze voorziening hoge uitgaven kan veroorzaken, ondanks het geringe aantal aanvragen (één tot vier per jaar).
Zoals ook aangegeven in de eerste Burap, is een relatief hoog risicobedrag opgenomen in de begroting omdat deze kostenpost lastig te voorspellen is. Er kan enorme variatie zitten in datgene dat aangepast moet worden in een woning waardoor de uitgaven heel hoog kunnen zijn per aanvraag. Dit maakt dat een of meer van deze aanvragen een groot effect kan hebben op de totale Wmo uitgaven en er structureel rekening gehouden moet worden met deze mogelijk hoge uitgaven.
Hierin speelt ook mee dat de kosten voor woningaanpassingen sterk wordt beïnvloed door de bouwsector. In deze sector blijven de prijzen stijgen (na een periode van stabilisatie eind 2023), veroorzaakt door stijgende materiaalprijzen maar vooral door stijgende loonkosten vanwege schaarste aan personeel. De verwachting is dat de uurprijs voor woningaanpassingen ook volgende jaar substantieel gaat stijgen omdat loonkosten nog steeds hard stijgen in de sector.
Tot op heden blijven wij binnen het begrote budget voor woningaanpassingen maar houden wij het risicobedrag ongewijzigd, mochten de kosten tot en met het einde van dit jaar tegenvallen.